Module 1, Sujet 1
En cours

CASE STUDIE

Marie, 30, zit in haar derde kunsttherapie sessie. Ze lijdt aan een algemene malaise die je een beginnende depressie zou kunnen noemen, maar ze weet niet hoe ze het moet omschrijven. Daarom komt ze naar jou toe. Vandaag heb je besloten te werken aan haar familiebanden en de relaties die ze met haar verwanten heeft.
Daarom tekent ze haar familieportret. Daarna is het tijd voor vragen: Wie zijn de mensen op je tekening?
Mijn ouders, mijn kleine broer, mijn echtgenoot, mijn tante en oom, van wie ik heel veel hou.

Maar je doet niet mee aan deze tekening? O, ik had niet gedacht dat ik mezelf in dit familieportret moest opnemen.

Voel je je opgenomen in je gezinsleven?
Ik hou heel veel van mijn familie… maar ik heb hen niets te bieden. Weet je, zij zijn degenen die me het meest steunen.
Juist deze dagen klaag ik alleen maar: ik moet een echte last voor mijn man zijn.

Maar op deze tekening zien we een echtpaar in het midden: Je ouders. En je man is alleen?
Dat is juist. Hij is waarschijnlijk gelukkiger zonder mij. Ik voel me vaak erg nutteloos, alsof ik een last ben voor andere mensen.

Deze oefening stelt ons in staat een eerste toepassing van kunsttherapie te zien. Op deze manier kan in de praktijk gebrachte creativiteit en verbeelding een patiënt helpen zichzelf te begrijpen en dan een genezingsproces beginnen.