Lichaamsbeweging – Lichaam en gewaarwordingen

Deze eerste oefening gebruikt het artistieke medium aquarel en richt zich op het verband tussen emoties en lichamelijke gewaarwordingen.

Aquarel is een bepaald type schilderij waarbij de kleuren vloeibaar en transparant zijn. Om deze reden is het bijzonder goed in het creëren van emoties in schilderijen. Het is ook heel prettig in het gebruik en bevordert de spontaniteit in creatief ontwerpen. Het is daarom het perfecte medium voor intuïtief schilderen.

Deze oefening is ideaal voor de eerste paar sessies, vooral voor mensen die het gevoel hebben dat ze het gewicht van de wereld op hun schouders dragen en overweldigd worden door negatieve gedachten. Hier moet de patiënt proberen zijn emoties weer te geven door vloeiende en transparante kleuren te gebruiken. Dit dwingt hem zich af te keren van zijn negatieve gedachtepatronen, althans in de beginfase van de oefening.

De automatische gedachtepatronen worden snel vervangen door bewuste gedachten en reflecties op het huidige moment. Deze oefening kan later in de sessies opnieuw gebruikt worden om patronen te herkennen door beweging en kleurkeuze.

Om deze activiteit uit te voeren heeft u de volgende materialen nodig:

• Een sjabloon om in te vullen dat de omtrek van het menselijk lichaam voorstelt – u vindt er een aan het eind van deze oefening. Het is aan u om uw eigen te maken als u dat wilt.
• Een verfdoos met aquarelverf
• Een mengpalet
• Aquarelpenseel
• Wat water

Het doel van de oefening is vooral om uit de eigen gewoonten te breken. Bied uw patiënt de mogelijkheid een comfortabele houding te kiezen, bijvoorbeeld om op de grond te zitten of te gaan liggen op de manier die hij het prettigst vindt.

De tweede stap van de oefening is om het ademhalingscircuit in het lichaam voor te stellen. Voordat de patiënt het sjabloon aanraakt, vraag hem zich de stroom van zijn ademhaling inwendig voor te stellen. Dit is een oefening die lijkt op een meditatieoefening of een ontspanningstechniek. Vraag hem deze stroom te visualiseren en vooral de blokkades die hij zou kunnen tegenkomen.

Stel hem tijdens deze visualisatie vragen en vergeet niet aantekeningen te maken. Zo kan hij zich concentreren op zijn antwoorden en de ervaring die hij opdoet voordat hij begint te schilderen:

•  Is deze stroom vrij of wordt hij geblokkeerd door allerlei obstakels?
• Welke kleur heeft uw adem?
• Is deze kleur sterk?
• Wat betekent de intensiteit of het gebrek aan intensiteit van deze kleur?
• Verandert deze kleur?

Deze stap duurt ongeveer 5 minuten, waarbij u elk antwoord opschrijft.

Vraag hem daarna langzaam op te staan. Bespreek dan de aantekeningen die u gemaakt heeft om er zeker van te zijn dat alles begrepen is. Verduidelijk alle punten die verduidelijking behoeven.

Hier komen we in de presentatiefase. Geef de patiënt uw aantekeningen als leidraad voor de presentatie. Dit zal hem helpen zich niet te veel te concentreren op wat hij net gezegd heeft, maar op het huidige moment. Vraag hem de stroom van zijn ademhaling op de maquette af te beelden en geef hem het benodigde materiaal.

Als de patiënt klaar is, neem dan even de tijd om over hun werk te praten en kijk in hoeverre dit beeld weergeeft wat ze voelden bij het beantwoorden van uw vragen. Het doel is te zien of de patiënt zich nu anders voelt dan hij zei of uitbeeldde.